Vragen over wilde dieren

Klik hiernaast op het onderwerp van je keuze en ons advies wordt zichtbaar.

Staat jouw vraag hier niet bij of wil je meer informatie? Neem dan telefonisch contact met ons op.

Dode wilde dieren haalt de dierenambulance niet op. Je kunt hiervoor de betreffende gemeente bellen:

Voor het melden van dode herten of herten in nood, kun je contact opnemen met de politie via 0900 8844.

Bij hevige storm of bij het omhakken van bomen gebeurt het wel eens dat een nest jonge eekhoorns beschadigd of vernield wordt.
Als je een nest jonge eekhoorns op de grond vindt, neem dan telefonisch contact met ons op.
Probeer ondertussen de diertjes warm te houden, bijvoorbeeld in een handdoek.
Geef jonge eekhoorns nooit melk of ander voedsel.

Dieren die hulp nodig hebben, zijn dieren die:

  • gewond zijn;
  • overdag duidelijk in zicht buiten lopen, vooral in de winter;
  • door een hond zijn gebeten;
  • weinig of niet bewegen en zich niet oprollen als ze worden aangeraakt;
  • zich wankelend voortbewegen of in kringetjes lopen;
  • snotteren, hoesten of een piepende ademhaling hebben;
  • stinken (=gewond);
  • erg mager en/of uitgedroogd zijn;
  • onderkoeld zijn (bij egels: voel aan de buik van de egel, is deze koud dan is de egel onderkoeld);
  • uit het water zijn gehaald;
  • onder de vliegeneitjes en maden zitten en/of heel veel vlooien en/of teken hebben.

Wat kun je doen?

  • Zoek een hoge kartonnen doos, krat of (katten)mand.
  • Leg een laag kranten op de bodem en probeer een nest te maken van oude lappen of handdoeken.
  • Pak het dier op met dikke handschoenen of leg eerst een handdoek over het dier heen. Let op: wilde dieren kunnen bijten.
  • Laat een handdoek over het dier heen liggen (wel zo dat het beestje kan ademen), dit beperkt stress en onrust.
  • Houdt het dier warm door een kruik of fles warm water (niet heet) met een handdoek er omheen bij het dier te plaatsen.
    Het dier heeft voldoende ruimte nodig om van de warmtebron af te kunnen kruipen.
  • Geef water (níet tijdens het vervoeren). Nooit melk!
  • Nooit zelf gaan dokteren, zorg voor wilde dieren is te complex.
  • Neem contact op met Egelopvang Zoetermeer (06 28 41 27 00) om met hen te overleggen of het dier werkelijk opgevangen moet worden. Als dit het geval is,  kun je hem zelf brengen of contact opnemen met onze dierenambulance voor vervoer.

Het is de dierenambulance NIET toegestaan door de Provincie om hulp aan herten en vossen te verlenen. Ook niet als ze gewond of dood zijn.
Hiervoor kun je contact opnemen met de politie via nummer 0900 8844.

Dieren die hulp nodig hebben, zijn dieren die:

  • gewond zijn;
  • overdag duidelijk in zicht buiten lopen, vooral in de winter;
  • door een hond zijn gebeten;
  • weinig of niet bewegen als ze worden aangeraakt;
  • zich wankelend voortbewegen of in kringetjes lopen;
  • snotteren, hoesten of een piepende ademhaling hebben;
  • stinken (=gewond);
  • erg mager en/of uitgedroogd zijn;
  • onderkoeld zijn;
  • uit het water zijn gehaald;
  • onder de vliegeneitjes en maden zitten en/of heel veel vlooien en/of teken hebben.

Wat kun je doen?

  • Zoek een hoge kartonnen doos, krat of (katten)mand.
  • Leg een laag kranten op de bodem en probeer een nest te maken van oude lappen of handdoeken.
  • Pak het dier op met dikke handschoenen of leg eerst een handdoek over het dier heen. Let op: wilde dieren kunnen bijten.
  • Laat een handdoek over het dier heen liggen (wel zo dat het beestje kan ademen), dit beperkt stress en onrust.
  • Houdt het dier warm door een kruik of fles warm water (niet heet) met een handdoek er omheen bij het dier te plaatsen.
    Het dier heeft voldoende ruimte nodig om van de warmtebron af te kunnen kruipen.
  • Geef water (níet tijdens het vervoeren). Nooit melk!
  • Nooit zelf gaan dokteren, zorg voor wilde dieren is te complex.
  • Neem contact op met de dierenambulance om het dier naar een specialistische opvang te laten brengen.

Het is de dierenambulance NIET toegestaan door de Provincie om hulp aan herten en vossen te verlenen. Ook niet als ze gewond of dood zijn. Hiervoor kun je contact opnemen met de politie via nummer 0900 8844.

Als men gaat wandelen en een jong dier open en bloot aantreft in het veld, denkt men al snel dat dit een zielig beestje is, dat door de moeder is achtergelaten. Maar dat is echt niet zo, moederdier  is in de buurt en zorgt erg goed voor de kleintjes. Vlak na zonsondergang verzamelt de hele familie zich bij het leger waar de jongen geboren zijn. Dan worden ze gezoogd en gaan daarna weer ieder een kant op. Heel slim natuurlijk, want als er een vijand langskomt is slechts een kleintje ‘t haasje en niet het hele nestje.

Daarom willen we u adviseren dat als u tijdens het wandelen een haasje of ander jong zoogdier in het veld ziet: Afblijven, gewoon laten zitten en nooit aanraken. Moeder is in de buurt en de kleintjes zijn nergens beter af dan in de natuur.

Uitzondering: mocht het jonge dier gewond zijn of zich op een onveilige plek bevinden bijvoorbeeld vlak langs een verkeersweg, of op een voetbalveld of sportterrein, bel dan de dierenambulance. De dierenambulance brengt de jonge beestjes naar een opvangcentrum.

Bijna alle schildpadden in Nederland zijn in gevangenschap geboren. Toch zijn het wilde dieren die zich niet aan ons klimaat kunnen aanpassen.

  • Zorg voor je eigen veiligheid, schildpadden kunnen hard bijten! (Toch gebeten? Neem contact op met je huisarts.)
  • Doe de gevonden schildpad zo snel mogelijk in een emmer en sluit deze af met een handdoek.
  • Doe geen water in deze bak of emmer.
  • Zorg ervoor dat het dier niet op de tocht komt te staan! Laat de emmer daarom niet op de grond staan.
  • Was je handen! Schildpadden dragen nare bacterieën bij zich.
  • Bel onze dierenambulance. Wij kunnen de schildpad naar een gespecialiseerde opvang brengen.

Meer weten over in het wild levende schildpadden? Kijk dan op schildpaddenopvang.nl.

Probeer het dier niet zelf te vangen maar bel de dierenambulance.

Als je op de grond een vleermuis vindt, dan is er meestal iets met die vleermuis aan de hand. Het dier kan ziek zijn, verzwakt door gebrek aan eten of water, of door een aanrijding of aanval gewond zijn.
Hoewel hondsdolheid bij vleermuizen in Nederland heel erg zeldzaam is, moet je toch voorzichtig zijn. Raak daarom het dier niet met je handen aan.
Om het dier veilig te stellen kun je het beste een plastic doosje of potje over de vleermuis zetten, er voorzichtig een stevig stuk karton onder schuiven, en het geheel langzaam omdraaien.
Lukt het niet, kijk dan of je wel een doosje over de vleermuis kunt zetten. Dan is het dier buiten bereik van katten en vogels.
Je kunt daarna onze dierenambulance bellen.

Ga voor meer informatie, ook over binnen rondvliegende vleermuizen, naar https://www.zoogdiervereniging.nl/vleermuis-gevonden

Niet elke zeehond op het strand hoeft gered te worden. Soms liggen ze gewoon lekker uit te rusten.
Jaag een zeehond daarom niet terug de zee in.

Houd afstand van de zeehond en zorg dat anderen dat ook doen. Ze benaderen veroorzaakt onnodig stress bij het dier. Bovendien kunnen ze behoorlijk bijten.
Laat gezonde zeehonden op het strand dus met rust.

Voor de rust van de zeehond, maar zeker ook voor de veiligheid van jouw viervoeter:
Lijn je hond aan en laat hem ook afstand houden.

Bij jonge zeehonden (pups): kijk minstens een kwartier goed om je heen om te zien of de moeder op een afstandje haar jong in de gaten houdt.

Is het dier echt verzwakt, verwond of verlaten: bel onze dierenambulance en geef zo exact mogelijk aan waar het dier ligt.

Wilde dieren zijn beschermd door de Natuurbeschermingswet. Het is dus absoluut verboden om wilde dieren in je bezit te hebben zonder een vergunning.

Door een gebrek aan vrijwilligers kan het voorkomen dat de dierenambulance gedurende de dag of avond soms niet bereikbaar is. Ook kunnen wij helaas al een tijd geen nachtdiensten rijden.
Mochten wij niet bereikbaar zijn dan kun je voor spoedmeldingen over ernstig gewonde dieren in de regio Leiden contact opnemen met de politie.

Kan hulp (tot de volgende ochtend) wachten?

  • Probeer het dier te vangen, zet het in een afgedekte doos of krat (denk aan voldoende luchttoevoer) op een veilige, rustige en donkere plek.
  • Doe onderin de doos oude kranten of een handdoek.
  • Leg bij jonge of onderkoelde dieren een fles warm (niet heet!) water, gewikkeld in een doek. Zorg dat ze ruimte hebben om van de fles weg te gaan.
  • Geef dieren geen melk, water in een ondiep bakje kan wel.

Lukt het niet om het dier te vangen, probeer dan een vouwkratje of wasmand omgekeerd over hem heen te zetten en doe daar wat zwaars op. Zo zit hij in elk geval veilig voor katten en andere rovers.
Bel later nogmaals onze dierenambulance.