Stadsfotograaf Patricia Nauta brengt voor het Leidsch Dagblad een jaar lang Leiden in beeld en hoe haar inwoners door de jaren heen veranderd zijn. Het vogelasiel voelde zich vereerd om ook door haar geportretteerd te worden, met een prachtig artikel in de krant erbij.
Elk voorjaar wacht ik ongeduldig op de jonge vogeltjes. In onze tuin zitten allerlei broedparen, die ieder jaar trouw een aantal meesjes, vinkjes, roodborstjes en eendepulletjes op de wereld zetten. Ik zou uren kunnen kijken en luisteren naar de flapperende en kwetterende vogeltjes. Helaas heb ik er nooit langer dan twee minuten tijd voor.
Als meisje wilde ik zelf kuikentjes. Van mijn moeder mocht dat niet omdat het kippen werden. En omdat ik er alleen maar mee wilde spelen. Mijn zusje was eigenlijk meer van de dierverzorging. Eens vroeg ik haar om pulletjes voor ons te vangen. Ze zwommen in een badkuip in de tuin, tot we ze loslieten in de Leidse Hout. Toen mijn zusje later zelf een huis kreeg, had ze geen tuin. Dus werd ze vrijwilliger bij de dierenopvang in Oegstgeest.
Met Hemelvaart waren we met onze gezinnen in België. Ik vond een musje dat uit het nest gevallen was. Ik vroeg mijn zusje erbij. Thuis belt ze de dierenambulance als iemand een doos eieren in de supermarkt heeft laten vallen. Maar op het Waalse platteland durfde ze dat niet. Daar zijn de mensen een stuk ruwer en Franstaliger. De rest van de vakantie probeerde mijn zusje wurmpjes in het vogelbekje te proppen. Bij ons vertrek moesten we het diertje achterlaten. Vanwege de droeve vooruitzichten was ik de hele terugweg stil.
Uit wroeging maak ik na onze terugkomst een afspraak met de vogelopvang in Oegstgeest. Daar kan je rustig met een eendagskuiken aankomen. Carla van Steenbergen werkt al ruim veertig jaar bij de dierenambulance. Nu zitten er alleen nog vogels. In deze tijd van het jaar worden vooral jonge vogels binnengebracht. De ambulance rijdt af en aan als ik er ben. Gelukkig heeft Carla nu een stagiair. Niels woont in Oegstgeest en volgt de opleiding Dier en Ondernemen in Geldermalsen. Hij leert veel door de omgang met wilde en verzwakte dieren. Ook doorwerken. Het is de hele dag etenstijd bij de vogelopvang. De bedelende kuikentjes krijgen stukjes gehakt met een pincetje. De twee zwaantjes kunnen hun bakje natte spinazie al bijna zelf leeg slobberen. Zonder Carla was de vogelopvang allang verdwenen. Er zijn bijna geen vrijwilligers meer voor te vinden. ,,Ik heb er maar weinig, vooral in het weekend'', verzucht Carla. ,,Vrijwillig is niet vrijblijvend. Iedereen werkt, tegenwoordig. Met de oplopende pensioenleeftijd wordt dat alleen maar erger.'' Ik denk aan mijn eigen drukke leven. Ik zal mijn zusje nog eens vragen.
Bestel vóór 30 juni Patricia's boek met alle foto's en verhalen op de website van voordekunst.