[Een verhaal uit de Vogelopvang Oegstgeest]
Gierzwaluwen zijn vaak lastig groot te brengen. Ze willen niet snel eten van mensen aannemen en, als ze wel iets binnenkrijgen spugen ze het dikwijs weer uit. Toen we twee nog kale, kleine gierzwaluwen binnenbrachten bij de vogelopvang, hielden sommigen van ons dan ook hun hart vast. Gaan ze het wel redden?
De angst bleek overbodig. De twee jonkies slokten het eten bijna met vinger en al naar binnen. Toen ze volwassen genoeg en vliegvlug waren, vroegen we ons nog even af of ze niet te zwaar zouden zijn om te kunnen vliegen!
Op de dag dat we ze wilden uitzetten, ging het heel hard onweren en waaien. Even wachten dus op betere omstandigheden. Een dag later probeerden we het: met een kleine opgooi vanuit de hand gingen ze als een speer de lucht in! Na een rondje boven ons te hebben gevlogen verdwenen de gierzwaluwen in de verte.
Minstens twee jaar lang zullen ze non-stop blijven vliegen, voor de winter in augustus helemaal naar Afrika en in het voorjaar terug naar Nederland. Voedsel vangen ze vliegend en zelfs het slapen gaat vliegend met één hersenhelft op slaapstand. Wat een complexe, indrukwekkende en raadselachtige vogels zijn het toch!
Nog een leuk detail: in de couveuze van de vogelopvang, waar de gierzwaluwen zaten hielden ze op een gegeven moment ook een jonge spreeuw. Toen die spreeuw iets groter was, werd hij verhuisd naar een groter hok in een andere ruimte van de vogelopvang. De vrijwilligers waren daar aan het schoonmaken toen ze opeens het geluid van een gierzwaluw hoorden. Maar..., die zaten toch in de couveuze? Toch maar even kijken of er ergens een andere gierzwaluw in een hok was gezet. Terwijl ze langs het hok van de spreeuw liepen, hoorden ze daar het geluid van de gierzwaluw. Geïmiteerd door de spreeuw! Spreeuwen zijn uitstekende imitators en deze spreeuw had het gieren duidelijk afgeluisterd van zijn buren de gierzwaluwen.