Renovatie/sloop gebouw maar er broeden vogels

Een renovatie of opknapbeurt in een wijk is niet te voorkomen. Het is daarom zaak om de woningcorporatie van te voren op de hoogte te brengen van gierzwaluwen en andere vogels etc., die in de te slopen panden broeden of hun schuilplek hebben.

Als het over sloop gaat, bel met spoed naar de gemeente, afdeling (sloop)vergunningen om uit te vinden wie de vergunninghouder is. Dit is meestal een aannemer.
Bel om te zeggen dat hij in overtreding is als hij gaat slopen. De Flora- en Faunawet verbiedt verstoring van broedende vogels.
Wil de aannemer niet luisteren, bel dan met de AID, Groendesk (Algemene Inspectiedienst), de regiomilieupolitie of de lokale politie en leg het probleem uit.
Telefoonnummer van de AID is 030 6692640.
Je kunt ook bellen met de LID (Landelijke inspectiedienst dierenbescherming), telefoon 088 811 3113.

Renovatie dak maar er broeden gierzwaluwen

Als je weet dat er gierzwaluwen onder de dakpannen hebben gebroed en het dak moet gerenoveerd worden, zijn de volgende punten van extreem belang:

  • Gierzwaluwnesten zijn het hele jaar door beschermd. Dus ook na de broedperiode mogen ze niet zomaar verwijderd worden. Dat komt omdat de vogels voor nestgelegenheid van onze bouwsels afhankelijk zijn en ieder jaar hetzelfde nest gebruiken.
  • Stel een jaar vóór de renovatie al vast waar de vogels onder het dak vliegen. Maak hiervan een daktekening.
  • Na de broedtijd (vanaf september tot april) kan het dak gerenoveerd worden.
  • Op basis van de daktekening moet dan op exact dezelfde plaats(en) een gierzwaluw-dakpan gelegd worden, zodat de vogels de opening niet zullen missen.
  • Het nestmateriaal dat gevonden wordt tijdens de renovatie moet bewaard en terug gelegd worden op de oude plek.
  • Tijdens de broedtijd is geen ontheffing mogelijk.
  • Neem voor meer informatie contact op met de gierzwaluwbescherming.

Zelf voor vogel zorgen?

Wilde dieren zijn beschermd door de Natuurbeschermingswet. Het is absoluut verboden om wilde dieren in je bezit te hebben zonder een vergunning, zelf verzorgen mag dus niet.

Vogeljongen aanraken?

Vaak gelooft men dat de ouders niet meer terugkeren naar hun jongen, nadat ze door mensen zijn aangeraakt. Dit is absoluut niet waar!
De meeste vogels kunnen slecht ruiken (uitgezonderd gieren) en zullen het dus niet erg vinden dat je de jongen hebt aangeraakt. Ze maken zich wel druk als je te dicht bij hun jongen komt.

Jong vogeltje bedreigd door katten/honden

Als een jonge vogel wordt bedreigd door een hond of kat, breng de vogel dan niet direct naar de opvang. Probeer liever het huisdier uit de buurt te houden, zolang de vogel er zit. De jonge vogel heeft namelijk een veel grotere overlevingskans als het door zijn ouders wordt verzorgd in plaats van door mensen.

Echter: wanneer de vogel al is aangevallen of beetgepakt door het huisdier en gewond is, breng het jong dan zo snel mogelijk naar onze vogelopvang (zie Contact). Het liefst binnen één uur maar altijd nog dezelfde dag.

Jong uiltje uit boom gevallen

Laat het vogeltje zitten, hij klimt er zelf weer in.

  • Als de omgeving erg druk of onveilig is (katten, honden en/of kinderen) zet dan het uiltje terug in de boom, zo nodig met behulp van de dierenambulance.
  • Probeer bij roofvogels altijd zo nauwkeurig mogelijk de vindplaats aan ons door te geven, zodat wij de vogels weer op dezelfde plek terug kunnen plaatsen. Bij uilen, indien mogelijk, op de boom nauwkeurig.

Jonge eendjes

  • Als moedereend met een paar pulletjes op het water is en de andere pulletjes lopen op een gevaarlijke plek, breng dan de pulletjes naar het water, naar moedereend en haar andere jongen.
  • Als moedereend dood is, breng dan de eendjes naar onze vogelopvang (zie Contact). Als je de eendjes zelf niet kunt brengen, bel dan de dierenambulance.
  • Zet verlaten jonge donzige eendjes niet in een bak met water. Hun veren zijn nog niet waterdicht en ze zullen dus te snel afkoelen, doorweekt raken en kunnen verdrinken.
  • Eenden komen nog wel eens op een ongeschikte plaats. Als de ouder met een aantal jongen op een ongeschikte plaats terecht gekomen is, vang dan eerst de ouder en daarna de jongen. Breng ze naar een geschikte plaats en laat daar eerst de jongen vrij en daarna de ouder. Heeft u hulp nodig bij het vangen van de ouder en de jongen, bel dan de Dierenambulance.

Jonge meeuwen

In het voorjaar worden heel veel jonge meeuwen binnengebracht bij onze vogelopvang, vaak onterecht!

Meeuwen kunnen, als ze uit het nest komen, de eerste dagen niet vliegen.  Ze lopen er dan wat verloren bij en worden bijgevoerd door de ouders, ooms en tantes, terwijl ze ook zelf leren om eten zoeken.

  • Als de jonge meeuw nog erg jong en pluizig is, is hij te vroeg uit het nest gevallen. Als je weet waar het nest is, probeer het jong dan terug op het dak te plaatsen. Als dat niet echt niet lukt, breng dan het jong naar onze vogelopvang (zie Contact) of bel de dierenambulance voor hulp.
  • Als de jonge meeuw al veren heeft (en soms nog pluis op de kop) en niet gewond is, hoef je niks te doen. Het jong lijkt verlaten, maar de ouders zijn in de buurt voedsel aan het zoeken.
  • Mocht je echt lange tijd geen ouders in de buurt zien, dan kun je de jonge meeuw vangen en in een doos naar onze vogelopvang brengen. Als je het meeuwenjong niet zelf kunt vangen en/of brengen, bel dan de dierenambulance.
  • Als de omgeving erg gevaarlijk is (bijv. een drukke weg ), jaag de meeuw dan naar een wat rustiger stuk, zo nodig met behulp van de dierenambulance.
  • Is de meeuw gewond dan kun je proberen de meeuw te vangen. Doe hem in een doos of zet een doos, vouwkratje of wasmand over de meeuw heen en bel de dierenambulance.
  • Heb je hulp nodig bij het vangen van de gewonde meeuw, bel dan de dierenambulance.

Jong, kaal vogeltje

Als het vogeltje nog zo jong is dat het nog geen veren heeft, is het te vroeg uit het nest gevallen. Dit kan gebeurd zijn door bijvoorbeeld storm, roofdieren of -vogels of verstoting door de ouders.  Wanneer je echt een verlaten jong vindt, doe dan alstublieft het volgende:

  • Breng de vogel zo snel mogelijk naar onze vogelopvang (zie Contact) of laat het ophalen door de dierenambulance. Hoe langer je wacht, des te minder de kans dat hij het overleeft.
  • Zoek een klein doosje of mandje. Leg onderin wat keukenrolpapier, rol een oude (hand)doek op en leg die langs de kanten.
  • Zet de jonge vogel in het doosje en leg een (hand)doek over de bovenkant.
  • Wordt het jong opgehaald? Hou de jonge vogel warm.
  • Laat de vogel zoveel mogelijk met rust en kijk niet steeds onder de doek hoe het met hem gaat. Stress is dodelijk.
  • Geef de jonge vogel geen vocht of voedsel. Vaak komt het in de luchtpijp terecht.

Jong vogeltje met veren

In het voorjaar worden er veel jonge vogeltjes binnengebracht bij onze vogelopvang. Vaak onterecht!

De meeste jonge vogels kunnen, wanneer ze uit het nest komen, niet vliegen. Het is normaal dat de jongen uit het nest springen of vallen. Ze zijn in het stadium van de ‘vliegtraining’. De ouders voeden het jong constant op de grond totdat het kan vliegen (dit duurt meestal enkele dagen).

  • Tenzij gewond, moeten deze vogeltjes met rust gelaten worden op de plek waar ze zijn.
  • Houd kinderen, honden en katten uit hun buurt.
  • Lukt dit niet, zet het in een doosje op een wat hogere plek waar het veilig is voor katten en de ouders er wel bij kunnen om te voeren.
  • Zijn beide ouders van het jong overleden?  Kijk goed of het jong echt zijn ouders kwijt is voor je hem oppakt!
    Bekijk hem eerst van een afstand, gedraag je rustig. Stel je enigszins verdekt op, zodat de oudervogel je niet gevaarlijk vindt en het jong verlaat.
  • Weet je echt zeker dat het jong verlaten of gewond is? Zet het dan in een doosje en breng het naar ons vogelasiel brengen (zie Contact) of bel de dierenambulance.