De hulp aan en/of het vervoer van gewonde dieren naar een dierenarts is gratis, ongeacht of er een eigenaar bekend is of niet; donateur of niet. Bel voor meer informatie en hulp onze dierenambulance.
FAQ tags: gewond
Klein wild (haas, bunzing etc.) – ziek of gewond
Dieren die hulp nodig hebben, zijn dieren die:
- gewond zijn;
- overdag duidelijk in zicht buiten lopen, vooral in de winter;
- door een hond zijn gebeten;
- weinig of niet bewegen als ze worden aangeraakt;
- zich wankelend voortbewegen of in kringetjes lopen;
- snotteren, hoesten of een piepende ademhaling hebben;
- stinken (=gewond);
- erg mager en/of uitgedroogd zijn;
- onderkoeld zijn;
- uit het water zijn gehaald;
- onder de vliegeneitjes en maden zitten en/of heel veel vlooien en/of teken hebben.
Wat kun je doen?
- Zoek een hoge kartonnen doos, krat of (katten)mand.
- Leg een laag kranten op de bodem en probeer een nest te maken van oude lappen of handdoeken.
- Pak het dier op met dikke handschoenen of leg eerst een handdoek over het dier heen. Let op: wilde dieren kunnen bijten.
- Laat een handdoek over het dier heen liggen (wel zo dat het beestje kan ademen), dit beperkt stress en onrust.
- Houdt het dier warm door een kruik of fles warm water (niet heet) met een handdoek er omheen bij het dier te plaatsen.
Het dier heeft voldoende ruimte nodig om van de warmtebron af te kunnen kruipen. - Geef water (níet tijdens het vervoeren). Nooit melk!
- Nooit zelf gaan dokteren, zorg voor wilde dieren is te complex.
- Neem contact op met de dierenambulance om het dier naar een specialistische opvang te laten brengen.
Het is de dierenambulance NIET toegestaan door de Provincie om hulp aan herten en vossen te verlenen. Ook niet als ze gewond of dood zijn. Hiervoor kun je contact opnemen met de politie via nummer 0900 8844.
Gewonde of zieke vogels gevonden
- Eerst moet de vogel gevangen worden. Gebruik als het kan handschoenen of een plastic zak om je handen bij het oppakken.
- Gooi voorzichtig een lichte doek (bijv. een theedoek) over de vogel, zodat hij niet weg kan vliegen. Pak de vogel met de doek eromheen voorzichtig op. Lukt het vangen niet, bel dan de dierenambulance.
- Doe de vogel (eventueel met doek) in een doos met voldoende luchtgaten. Als de vogel koud aanvoelt of nog geen goede temperatuurregeling heeft (dit komt vaak voor bij nog kale of donsjongen), kan er een in een handdoek gewikkelde warme (geen hete!) kruik bij gelegd worden.
- Was je handen daarna goed.
- Geef de vogel geen voedsel of water.
- Wil je de vogel liever niet oppakken? Zet er dan een plastic vouwkratje, wasmand of doosje (let op voldoende ventilatie) overheen. De vogel is veilig, kan rustig bijkomen en hij is er nog als de dierenambulance komt.
- De vogel heeft de meeste overlevingskans als hij direct naar de dichtstbijzijnde vogelopvang wordt gebracht. Daar krijgt hij de deskundige hulp die hij nodig heeft. Breng de vogel naar ons vogelasiel (zie Contact) of bel de dierenambulance.
- Probeer niet zelf voor de vogel te zorgen.